Geschiedenis

De geschiedenis van Vondeloord begon rond 1920. Toen wilden namelijk leden van de Vondelclub graag een keertje kamperen. De Vondelclub veranderde een jaar later in 1921 van naam en ging toen als de Vondelloge door het leven. Zij besloten contact op te nemen met Jonkheer Gerard Salomon Boreel (1855-1938), hij bezat een stuk grond in Wijk aan Zee. De jonkheer gaf toestemming en in 1922 stonden er al drie tenten.

De Vondelloge had het plan om de plek een kindertehuis te bouwen. De Vondelloge kocht het 25.000 m² grote stuk voor 29 cent per meter. Voor het tehuis was 8.000 m² gepland, de rest werd verkocht aan andere loges, zodat de loge haar uitgave kon terugverdienen. Van de 17 duizend vierkante meter werden er echter 900 van verkocht.

De eerste tenten
De eerste tenten

Odd Fellows

Toen de oorlog begon in 1940, werd er een einde gemaakt aan Vondeloord. De Odd Fellows werden verboden en dus ook Vondeloord. Het hele terrein werd in beslag genomen door de gemeente Beverwijk. Wat er voor betaald is, is niet bekend.

Toen Nederland in 1945 bevrijd werd, werden de Odd Fellows weer toegelaten. De Vondelloge trok dan ook meteen weer naar Wijk aan Zee, om te kijken wat er van over was gebleven. En dat was niet veel. Het washok en het kamphuis waren gesloopt, en het terrein was door de dorpsbewoners omgeploegd tot aardappelveld.
Vondeloord was blut en het terrein was in het bezit van de gemeente. De Odd Fellows wilde het terrein terug en gingen naar de gemeente. Die was echter niet behulpzaam: ze kregen er geen geld voor. Er moest op een één of andere manier aan geld gekomen worden om het terrein weer terug te krijgen. Vondeloord bleek ergens nog een duin in bezit te hebben, dus die werd verkocht. Van dat geld, samen met de schadevergoeding van het washok en het kamphuis, kwam het terrein weer in het bezit van Vondeloord.

Streng verboden

Het strand was ook altijd een verhaal apart. Want de Vondeloorders gingen niet naar het Zuiderbad, maar gingen via de duin aan de westkant van Vondeloord (waar nu de huizen staan) over een schelpenpad naar een noordelijke ingang van het strand. Dat pad werd alleen gebruikt door schelpenvissers die hun overvolle karren met schelpen naar de kerk brachten. Daar stond een paardentram voor verder vervoer naar Beverwijk.
De Vondeloorders namen linnen tenten die ze als kleedruimte gebruikten, het was namelijk streng verboden om op het strand te verkleden.
Een strandverkoper en wildstroper uit het Zuiderbad zag een grote groep mensen in de verte. Hij besloot erheen te gaan om pinda’s te verkopen.
De groep Vondeloorders werd steeds groter, zodat hij er een klein houten kraampje neer zette, waar hij verschillende lekkernijen verkocht. Deze meneer Greve noemde zijn paviljoen het Noorderbad. Dit paviljoen is dus opgericht dankzij Vondeloord. Als waardering voor wat Vondeloord deed kregen de Vondeloorders, bij gebruik van de badhokjes, 20% reductie op de prijs.

Ook in de plaatselijke VVV waren Vondeloorders zeer actief. De strandfeesten op het Noorderbad waren grotendeels door Vondeloorders georganiseerd.

Modeverschijnselen had men in die tijd ook. De dames waren altijd volgens de laatste mode gekleed en men was geen goede badgast als men zich niet met een wandelstok door het dorp of op het strand bewoog.

Lui leventje

Vondeloorders hadden een lui leventje. De bewoners moesten alleen het veld af als ze naar het strand wilden, want de boodschappen werden thuisbezorgd. Er bestond namelijk een concurrentiestrijd tussen twee melkboeren, de Bie en Gerritsen. Beide melkboeren probeerden vroeger dan hun concurrent de melk te bezorgen. Het ging zelfs zo ver, dat de melk al om vijf uur ’s morgens werd bezorgd. In de middag werd er dan afgerekend. Had men geen melk nodig; dan werden de flessen weer meegenomen.

Fried, de zoon van kruidenier van Son was de bode. ’s Morgens ging hij de tenten langs en nam de bestellingen op. Als hij de bestellingen bij zijn vader had afgegeven, was het voetballen met zijn vrienden aan de beurt. ’s Middags leverde hij de bestelling af bij de tenten, om daarna weer te gaan voetballen. Tijd om af te rekenen had Fried niet. Iedere bewoner had een boekje en in de winter ging Pa van Son de kampeerders thuis opzoeken en rekende hij af.

Het kamp bestond destijds niet alleen uit Odd Fellow-leden, maar ook uit introducees. Zij mochten kamperen op Vondeloord, als ze later lid werden van de Odd Fellows. Hier werd natuurlijk niet aan gehouden, zodat er een belangrijke beslissing viel. Op Vondeloord was alleen plaats voor de logeleden. Dus de “introducees” moesten het kamp verlaten, soms na jarenlang op de camping gestaan te hebben. Vondeloord werd een Odd Fellowcamping.

Er werd ook een andere ingrijpende beslissing genomen. Het kamp was opgedeeld in twee delen, een groep die meer comfort wilde, en een groep die vonden dat het een kampeervereniging was. De eerste groep was in de meerderheid, en ook toen gold de regel “de meeste stemmen gelden”. Er werden huizen gebouwd met aangesloten water en elektriciteit. Ook werd er een nieuw toiletgebouw neergezet met wc’s, douches, wasmachines en drogers.

Begin jaren 60

Vondeloord
Begin jaren zestig klopte de gemeente Beverwijk aan met een aanzoek. Ze wilde bebouwen op het Grote Veld van Vondeloord. Het (voormalige) Grote Veld, in bezit van Vondeloord, werd geruild voor een stuk veld aan de oostzijde van de Van Oldenborghweg (het huidige Grote Veld), wat in het bezit was van de Gemeente. De voorwaarde hiervan was dat er een nieuwe toegangsweg naar de duinen moest worden gemaakt, wat ook het in de duinen gelegen PWN geen probleem vond.
Begin jaren 60

Begin jaren 60


Wel een probleem was de weg die Vondeloord had bedacht. De PWN had een andere weg bedacht, dwars door Vondeloord. Na drie jaar ruziën, kwam het in februari 1969 tot een vergadering. Deze werd gehouden tijdens een duinwandeling met de woordvoerders van de betrokkenen. Het duurde pas tot begin november 1969 dat Vondeloord een telefonische melding kreeg: Vondeloord had gewonnen.

Jaren 70

Begin jaren zeventig veranderde er veel op Vondeloord. Door de grondruil met de gemeente verdween het grote veld met zijn caravanplek en het houten kamphuis. Op deze plek verschenen huizen en het Anneko van der Laanhuis (woonvorm voor gehandicapten). Een nieuw “Grote veld” verscheen aan de oostzijde van de Van Oldenborghweg, een gebied wat voorheen tot de Banjaert behoorde. Op dit veld verscheen ook het nieuwe stenen kamphuis. Door deze verandering veranderde Vondeloord van vorm. De bekende zandkuil werd opgevuld, waardoor het zoldertje ontstond. Het dalletje verloor een stuk terrein door de toegangsweg naar de duinen (de Meeuwenweg). Hierdoor kwam Vondeloord ook definitief los van camping Aardenburg. Eerst bestond de grens tussen deze twee kampeerterreinen uit prikkeldraad. Tevens werd Vondeloord ook eigenaar van het “Witte Huis” wat zich bevond aan de Van Oldenborghweg. Deze oude toegangsweg naar de duinen werd natuurlijk afgesloten, maar vormt tot op heden nog wel altijd een soort scheiding tussen het oude en het nieuwe Vondeloord.

Kampeerhuisje Wijk aan Zee
De eerste huisjes

Het kamperen werd steeds populairder en het tehuis werd in de koelkast gezet. Het aantal tenten groeide snel en in 1927 kwam het tot een opschudding: een bewoner stelde het idee voor een huisje te bouwen. Dat zorgde voor een discussie, want wat moest je met het huisje doen in de winter? Na vele vergaderingen kwam het bestuur, dat toen bestond uit de broederen J. Melchers (vz), K. Huisman (secr.) en G. Stoutenbeek (penn.) tot de slotsom dat de nieuwe vorm van kamperen niet tegen te houden was, hoewel het nog heel lang zou gaan duren voor er echt huisjes kwamen.

De plannen voor de bouw van een kindertehuis zijn echter nooit van de grond gekomen, mede door de crisis in de dertiger jaren en de daarop volgende 2e wereldoorlog.

Meer ruimte

Doordat Vondeloord van vorm veranderde, betekende het ook dat vele huisjes van plek moesten verhuizen. De huisjes, die in het verleden ieder najaar weer afgebroken moesten worden, maar nu al een tijdje ‘s winters mochten blijven staan (met luiken), werden met hulp van veel Vondeloorders verhuisd.

Vondeloord kreeg door de grondruil en het ontstaan van het zoldertje ook veel meer ruimte voor huisjes. Hierdoor verschenen er nieuwe huisjes met nieuwe bewoners, die voorheen Vondeloord bezochten met de caravan.

Beheerder

Vanaf de jaren zeventig kreeg Vondeloord ook een beheerder. Deze beheerder beschermde, zowel in de winter als in de zomer, onze kostbare eigendommen en was tevens een soort gastheer tijdens het seizoen. Deze beheerder woonde in het “Witte Huis”. Als eerste beheerderechtpaar verwelkomde Vondeloord de familie Everhard gevolgd door de familie Engel,  Sopar, Schenk en Warmerdam. Momenteel is Dick van Schagen beheerder op Vondeloord. Het vernieuwde Kamphuis werd in 1977 officieel geopend door de oudste en jongste bewoonster van de camping, namelijk Cor Buys en Karin Eikel.
Tevens werd toen het kunstwerk onthuld wat speciaal gemaakt was door Reinier den Adel (in opdracht van een bewoner van Vondeloord) en hangt bij de ingang van het kamphuis.

Het kamphuis

Het kamphuis werd sindsdien het activiteitencentrum van Vondeloord. Hier werd onder andere gebridged, geklaverjast, voorjaarvergaderingen en feestavonden gehouden. Ook was er intussen een groot en nieuw toiletgebouw gekomen.
Dit toiletgebouw met 4 doucheruimtes staat midden op de camping en werd al snel een ontmoetingsplek voor iedereen. De moderne tijd sloeg echter ook op Vondeloord toe.
Nadat eerder natuurlijk al stromend water en elektra was gekomen, verscheen er nu steeds meer “schotels” op het terrein. Ook kwamen er wasmachines en een wasdroger. Ook het kamphuis deed hieraan mee en er verscheen een nieuwe bar en later zelfs binnen toiletten en een ruime werkplaats. Ook werden de doucheruimtes bij het toiletgebouw uitgebreid met drie stuks. In het jaar 2003 werden de huisjes van Vondeloord aangesloten op het riool. Deze verbouwing werd